Verantwoordelijkheid van de gemeenten voor de dieren in het wild

Gemeentelijke verantwoordelijkheid voor wilde dieren en wildopvang

Een toelichting op de wettelijke en beleidsmatige kaders

In het kort

Gemeenten krijgen steeds vaker vragen over hun rol bij de opvang en verzorging van gewonde of zieke wilde dieren. Hoewel er geen expliciete wettelijke taak is vastgelegd, volgt uit de Omgevingswet, Wet dieren en Gemeentewet dat gemeenten een zorgplicht hebben voor dieren die binnen hun grondgebied in nood raken.
Het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft deze verantwoordelijkheid in 2025 nadrukkelijk bevestigd, mede naar aanleiding van het aangenomen amendement Kostić c.s. (Kamerstuk 36 725 XIV, nr. 7).
Door structurele samenwerking met dierenambulances, wildopvangcentra en landelijke partners kunnen gemeenten hun zorgplicht concreet invullen en bijdragen aan dierenwelzijn, veiligheid en een leefbare omgeving.

1. Aanleiding

In vrijwel elke gemeente komen meldingen binnen van gewonde of verzwakte wilde dieren – van vogels die tegen een raam vliegen tot egels, reeën of uilen die door verkeer of menselijk ingrijpen letsel oplopen.
De vraag is dan: wie is verantwoordelijk voor de opvang?

Veel gemeenten verwijzen naar vrijwilligersorganisaties, maar de opvang van wilde dieren is méér dan een particulier initiatief. Het is een maatschappelijke taak, waarin gemeenten een duidelijke rol hebben.
Wanneer een wild dier door menselijk handelen in nood raakt, ontstaat er ook voor de overheid een zorgplicht. Die verantwoordelijkheid kan de gemeente invullen door samen te werken met de organisaties die dit dagelijks uitvoeren: dierenambulances en wildopvangcentra.

2. Wat doet een wildopvangcentrum?

Een wildopvang vangt gewonde, zieke of verzwakte wilde dieren op, met als doel herstel en terugkeer naar de natuur. Vrijwilligers en deskundigen werken samen met dierenartsen aan verzorging, behandeling en revalidatie.

Daarnaast vervult de wildopvang een belangrijke maatschappelijke functie:
• het signaleren van dierziekten zoals vogelgriep of botulisme
• het ondersteunen van hulpdiensten en gemeenten bij calamiteiten
• het informeren en geruststellen van burgers die een dier in nood melden
• het bieden van leer- en werkplekken aan stagiairs en vrijwilligers

De opvangcapaciteit is echter beperkt. Veel centra draaien volledig op donaties en vrijwilligers, vaak ondersteund door fondsen en organisaties zoals Stichting DierenLot, die met structurele bijdragen, materialen en trainingen een groot deel van de dierenhulpsector ondersteunt. Zonder structurele gemeentelijke bijdrage blijft de continuïteit echter kwetsbaar.

3. Juridisch kader: de gemeentelijke zorgplicht

De zorg voor wilde dieren is niet letterlijk in één wetsartikel vastgelegd, maar volgt wel degelijk uit bestaande wetgeving en uit de algemene zorgverantwoordelijkheid van overheden.

  • Wet dieren (art. 1.3 lid 2): dieren hebben een intrinsieke waarde; overheden dragen zorg voor dieren die afhankelijk zijn van menselijk handelen. Een gewond wild dier binnen de bebouwde kom is afhankelijk van menselijk handelen.
  • Omgevingswet (art. 11.9): verplicht gemeenten tot zorg voor natuur en dieren bij activiteiten in de leefomgeving.
  • Gemeentewet (art. 172–174): geeft de burgemeester bevoegdheden bij de handhaving van openbare orde en veiligheid, waaronder ook dieren in noodsituaties kunnen vallen.

Daarnaast stelt de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) dat opvang van wilde dieren een publieke verantwoordelijkheid is, waarbij rijk, provincies én gemeenten elk hun deel moeten nemen.

Kort gezegd: ook al staat nergens letterlijk ‘de gemeente is verantwoordelijk voor wilde dieren’, de zorgplicht geldt wel degelijk. Gemeenten die geen afspraken maken over vervoer en opvang, voldoen niet aan hun wettelijke verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor dieren in nood binnen hun grondgebied.

4. Beleidskader: landelijke lijn en structurele financiering

Om de opvang van wilde dieren structureel te borgen, is in 2025 het amendement Kostić c.s. aangenomen. Daarmee stelt het Rijk jaarlijks € 0,9 miljoen beschikbaar voor de wildopvang.
Het ministerie volgt hiermee het voorstel van de Spreekbuis Wildopvang en Dierenambulances (www.spreekbuiswild.nl), waarin wordt uitgegaan van een eerlijke verdeling van lasten:
• 30% Rijksoverheid (LVVN)
• 30% gemeenten
• 40% provincies en opvangcentra

Deze verdeling is bedoeld voor de structurele aanstelling van één vakbekwame medewerker per wildopvangcentrum.
Dat is hard nodig: de druk op wildopvangcentra is de afgelopen jaren fors toegenomen door meer meldingen, strengere veterinaire eisen, hogere administratieve lasten en het wegvallen van opvanglocaties. Een vaste medewerker is noodzakelijk voor deskundige coördinatie, naleving van wetgeving en het waarborgen van veiligheid en continuïteit.

5. Samenwerking in de praktijk

Voor gemeenten betekent dit concreet:

• zorg dragen voor een sluitende opvangketen voor gewonde of zieke wilde dieren,
• structurele afspraken maken met dierenambulance en wildopvang over vervoer, opvang en financiering.
• voorzien in een duidelijk meldpunt voor inwoners en hulpdiensten,
• jaarlijks overleg voeren met betrokken organisaties over cijfers, trends en knelpunten.

Spreekbuis Wildopvang en Dierenambulances

Wageningen University & Research (WUR), de NFDO (Nederlandse Federatie Dierenhulp Organisaties, de Dierenbescherming, Stichting DierenLot en de wildopvangcentra hebben zich gezamenlijk verenigd in de Spreekbuis Wildopvang en Dierenambulances. Vanuit deze samenwerking wordt het landelijke beleid afgestemd en worden gemeenten, provincies en het Ministerie van LVVN geadviseerd over de praktische en financiële invulling van de opvang.

Meer informatie of advies

Gemeenten die vragen hebben over hun rol of zorgplicht bij de opvang van wilde dieren, goede afspraken willen maken met lokale partners of meer informatie zoeken over financiering en samenwerking, kunnen contact opnemen met Willeke van den Heuvel via mail@willeke.nl

Ik ben dieradviseur voor gemeenten en betrokken bij de NFDO en de Spreekbuis Wildopvang en Dierenambulances. Ik help gemeenten graag om hun verantwoordelijkheid op het gebied van wildopvang op een praktische, haalbare en diervriendelijke manier in te vullen.

Bronnen

  • Omgevingswet, artikel 11.9 (voorheen art. 1.11 Wet natuurbescherming)
  • Wet dieren, artikel 1.3 lid 2
  • Gemeentewet, artikelen 172–174
  • Motie De Groot/Boswijk, Kamerstukken II 2022/2023, 28 807, nr. 271
  • Amendement Kostić c.s., Kamerstukken II 2024/2025, 36 725 XIV, nr. 7
  • Handreiking Zorgplicht Wilde Dieren, LVVN (2019)
  • Advies RDA, “Zorg voor inheemse wilde dieren”, 2022
  • Spreekbuis Wildopvang en Dierenambulances, www.spreekbuiswild.nl
  • NFDO, www.nfdo.nl
  • Stichting DierenLot, www.dier.nu
  • Dierenbescherming, www.dierenbescherming.nl